Het OCMW halveert de aanvullende steun

Een kerntaak van het OCMW is armoedebestrijding. We komen tussen in medische kosten, schooltoelages, verwarmingstoelage en zo veel meer. Dit noemen wij ‘aanvullende steun’. Uiteraard zijn er een aantal voorwaarden om van deze steun te kunnen genieten. Een maatschappelijk assistent onderzoekt of de aanvraag al dan niet gegrond is. Er komt een uitgebreid financieel-sociaal onderzoek, waarbij nagegaan wordt of de aanvrager inderdaad over onvoldoende middelen beschikt.

Tijdens de vorige bestuursperiode liep deze aanvullende steun op tot 120 000 euro per jaar. Vandaag de dag zien we dat deze steun daalt tot 65 000 euro. Bijna een halvering! OCMW-voorzitter Karolien Grosemans schrok hiervan. Ze stelde zich een aantal vragen zoals: ‘Vanwaar komt deze sterke daling? Is het gevoerde beleid te hard en lopen er soms mensen deze steun mis?’

Het antwoord is neen. Iedereen krijgt waar hij of zij recht op heeft. Nu worden de afgesproken regels correct toegepast. Het onderzoek wordt wel kritischer gevoerd en we zoeken naar alternatieven voor het geven van geld. Soms worden de mensen hier beter mee geholpen. OCMW-voorzitter Karolien Grosemans heeft niet het gevoel dat het nieuwe beleid te streng is: “We houden altijd rekening met de mens achter het dossier.”

Karolien Grosemans: ”Het OCMW is zoveel meer dan armoedebestrijding. Het is een Sociaal Huis. Elke inwoner kan er terecht bij de sociale dienst, de thuiszorgdiensten, de landelijke kinderopvang, het sociaal verhuurkantoor, de klusjesdienst, de dienst huisvesting of bij de juridische dienst voor advies.”